WAT IS OSGOOD-SCHLATTER?
Bij de ziekte van Osgood-Schlatter (OS) krijgt een kind of puber knagende pijn onder de knie. Dat komt doordat de dijspieren via de kniepees aan de groeischijf van het scheenbeen trekken. Eerst hebben jonge sporters er vooral ná het rennen, springen of knielen last van. Daarna ook tijdens het sporten zelf.
HOE VAAK KOMT HET VOOR?
Osgood-Schlatter komt veel voor bij voetballers en hardlopers tussen tien en zestien jaar, vooral in geval van een snelle groeispurt. Naar schatting één op de vijf tieneratleten krijgt OS, tegenover één op de twintig tieners die niet sporten. Jongens lopen vier keer meer risico op de ziekte dan meisjes, maar meisjes kunnen de aandoening al jonger krijgen, vanaf acht of negen jaar. Na genezing kan de rest van het leven een zwelling zichtbaar blijven die bij het knielen of andere druk pijnlijk kan blijven aanvoelen.
DIAGNOSE
Een (sport)arts kan op basis van het patiëntverhaal en een lichamelijk onderzoek de diagnose Osgood-Schlatter stellen. Je kunt een röntgenfoto of echo van de knie laten maken, maar dat is zeker niet altijd nodig.
HOE BEHANDEL JE HET?
Het kan nuttig zijn de knie enkele maanden te laten rusten. Ook ijskompressen en oefentherapie kunnen helpen, naast veel geduld. Bij OS is het oppassen voor vergroeiing van een losgetrokken groeikraakbeenschijf.
WEL OF NIET DOORGAAN MET SPORTEN?
Bij Osgood-Schlatter moeten de sportactiviteiten worden aangepast of tijdelijk stopgezet. Vooral het rennen en springen moet worden beperkt. Vaak nemen de klachten na enkele weken af en kunnen de gewone sportactiviteiten weer langzaam worden opgebouwd. In sommige gevallen kan de aandoening de sporter maanden en zelfs jaren parten blijven spelen.
KAN IK DIT VOORKOMEN?
Niet echt, tenzij je kind een sport kiest waarin weinig wordt gerend, geknield of gesprongen. Dat zijn er niet zo veel… Ook op de snelheid van de groeispurt heb je geen grip. Wel heel belangrijk is de secundaire preventie: door de duur en belasting van inspanningen geleidelijk en in samenspraak met een arts weer op te bouwen, kun je voorkomen dat de ziekte erger wordt of terugkeert.